Lied over Delfzijlster molen Adam

Twee Groninger muzikanten en een vrijwillig molenaar hebben een liedje gemaakt over molen Adam in Delfzijl. Op de melodie “De hoaven van Delfziel” van Ede Staal schreven zij een aangepaste tekst met als titel “De meulen van Delfziel”. In het liedje vragen zij de gemeente om het bouwplan van het Huis van Cultuur en Bestuur aan te passen, zodat de molen genoeg wind krijgt om te kunnen draaien en daardoor niet verder in verval raakt.
Het liedje wordt gezongen door Auke Martin Korthuis, Coos Grevelink speelt gitaar, basgitaar en percussie en Maarten de Vries accordeon. Alle fracties van de gemeenteraad hebben het liedje inmiddels ontvangen en het was ook al te horen op de radio van Omroep Eemsdelta.
Maarten is vrijwillig molenaar in het Hogeland en vertelt daar graag aan bezoekers over de molens en hun geschiedenis. Over molen Adam is hij heel enthousiast: “Eeuwenlang was Delfzijl een vesting en in het hart van die vesting staat al zo’n 400 jaar op deze plek een molen. Die werd in de loop der eeuwen vervangen door een verbeterd type, hij werd verhoogd, brandde af en weer herbouwd. De molen is één van de weinige bouwwerken die nog zijn overgebleven uit de tijd dat Delfzijl een vesting was: hoe bijzonder is dat? Delfzijl mag trots zijn op molen Adam!”